Inhoudsopgave
15 relaties: 't Kofschip, Alveo-palataal, Alveolaar, Continuant, Dentaal, Duits, Glottaal, Labiodentaal, Medeklinker, Palataal, Spraakkanaal, Stemhebbend, Stemloos, Velaar, Zachte g.
't Kofschip
't Kofschip (met als varianten 't fokschaap en recentelijk in NT2-onderwijs soft ketchup) is een ezelsbruggetje om te bepalen hoe de onvoltooid verleden tijd en het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden volgens de Nederlandse spelling geschreven moeten worden.
Bekijken Fricatief en 't Kofschip
Alveo-palataal
Een palato-alveolaar, palato-alveolair, alveo-palataal of postalveolaar is een medeklinker die wordt gevormd door de punt van de tong ergens tussen het harde verhemelte en een van de tandkassen te plaatsen.
Bekijken Fricatief en Alveo-palataal
Alveolaar
Alveolaar Alveolaar of alveolair betekent in de fonetiek de vorming van een klank door de tong met de bovenste tandkas of superieure alveolare rand (Lat. alveolus.
Bekijken Fricatief en Alveolaar
Continuant
Een continuant is een incomplete klank van het spraakkanaal.
Bekijken Fricatief en Continuant
Dentaal
Dentaal Dentaal (Lat.: dens, dentes; tand, tanden), dentale medeklinker of tandklank is in de fonetiek de naam voor een klank, gevormd door de tong met de bovenste tanden (Lat. dens -dentis) contact te laten houden.
Bekijken Fricatief en Dentaal
Duits
'''— ''Het Duitse taalgebied'' —''' Verspreiding van het Duits in West- en Midden-Europa Verspreiding in de wereld Het Duits (Deutsch) is een taal behorende tot de West-Germaanse tak van de Germaanse talen.
Bekijken Fricatief en Duits
Glottaal
Een glottaal is een medeklinker die wordt gearticuleerd met de glottis.
Bekijken Fricatief en Glottaal
Labiodentaal
Labiodentaal Een labiodentaal betekent in de fonetiek een klank die wordt gevormd door de onderlip (Lat. labium) met de bovenste tanden (Lat. stam dent-) contact te laten houden.
Bekijken Fricatief en Labiodentaal
Medeklinker
Medeklinkers of consonanten zijn spraakklanken waarvan de uitspraak begint met niet geblokkeerde stemspleet.
Bekijken Fricatief en Medeklinker
Palataal
Palataal Palataal betekent in de fonetiek de vorming van een spraakklank (klinker (klank) of medeklinker) door de tong met het harde verhemelte (Lat. palatum) contact te laten houden.
Bekijken Fricatief en Palataal
Spraakkanaal
Het spraakkanaal (of: aanzetstuk) is het geheel aan holten dat zich tussen de stemplooien enerzijds en de mond- en neusopeningen anderzijds bevindt.
Bekijken Fricatief en Spraakkanaal
Stemhebbend
Stemhebbendheid is een eigenschap van een bepaalde klasse van medeklinkers.
Bekijken Fricatief en Stemhebbend
Stemloos
Stemloosheid is een beschrijvende eigenschap van medeklinkers die worden geproduceerd zonder de lucht uit de longen met de stembanden in trilling te brengen.
Bekijken Fricatief en Stemloos
Velaar
Velaar Velaar of velair is in de fonetiek de naam voor elke spraakklank die wordt geproduceerd door met de achterkant van de tong het zachte verhemelte (Latijn: velum) te naderen of aan te raken.
Bekijken Fricatief en Velaar
Zachte g
Met de term zachte g wordt verwezen naar een bepaalde uitspraak van de klanken die in de Nederlandse spelling worden weergegeven met de grafemen g en ch.
Bekijken Fricatief en Zachte g
Ook bekend als Frikatief, Wrijfklank, Wrijfklanken.