Inhoudsopgave
25 relaties: Ablatief, Accusatief, Agglutinatie (taalkunde), Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen, Congruentie (taal), Datief, Flexie (taalkunde), Genitief, Geslacht (taalkunde), Getal (taalkunde), Grammatica, Latijn, Locatief, Naamval, Nederlands, Nominatief, Onverbogen woord, Paradigma (taalkunde), Persoonlijk voornaamwoord, Suffix, Synthetische taal, Taalkunde, Vervoeging, Vocatief, Werkwoord.
- Morfologie (taalkunde)
- Naamval
Ablatief
De ablatief (of zesde naamval) is een van de acht oorspronkelijke naamvallen van de Proto-Indo-Europese taal waarmee oorspronkelijk de persoon van wie iets uitgaat of de plaats waarvandaan men vertrekt werd aangegeven.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Ablatief
Accusatief
De accusatief (Latijn accusare.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Accusatief
Agglutinatie (taalkunde)
Agglutinatie is een morfologisch verschijnsel waarbij affixen zoals achtervoegsels aan een woord worden toegevoegd om de betekenis ervan verder te specificeren.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Agglutinatie (taalkunde)
Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen
Hier staan alle rijtjes en overzichten van de Latijnse grammatica.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen
Congruentie (taal)
Congruentie is het verschijnsel dat woorden of woordgroepen kenmerken van andere woorden of woordgroepen overnemen.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Congruentie (taal)
Datief
De datief (Latijn dare, datum.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Datief
Flexie (taalkunde)
meervoud; het enkelvoud is niet gemarkeerd. Flexie of inflexie is een morfologisch proces waarbij de vorm van een woord wordt aangepast aan zijn grammaticale functie in de zin of, in het geval van bijvoeglijke bepalingen aan het woord waarbij het hoort (→ congruentie).
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Flexie (taalkunde)
Genitief
De genitief (Latijn genitivus, afgeleid van gignere.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Genitief
Geslacht (taalkunde)
Geslacht, grammaticaal geslacht, woordgeslacht of genus is de traditionele verdeling van zelfstandige naamwoorden in vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Geslacht (taalkunde)
Getal (taalkunde)
In de taalkunde is het begrip getal een grammaticale categorie.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Getal (taalkunde)
Grammatica
Grammaticaboekje uit 1735. De spraakkunst, spraakleer of grammatica is binnen de theoretische taalkunde de benaming voor de studie, beschrijving en verklaring voor alles dat met de systematiek van een natuurlijke taal of kunsttaal te maken heeft.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Grammatica
Latijn
Latijn (Lingua Latina) is een Italische taal die oorspronkelijk werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Latijn
Locatief
De locatief of zevende naamval is een van de acht oorspronkelijke naamvallen van de Proto-Indo-Europese taal, die bijvoorbeeld in het Sanskriet nog altijd in gebruik waren.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Locatief
Naamval
Een naamval of casus is een middel waarmee de grammaticale functie van een lidwoord, naamwoord of voornaamwoordEr is onder taalkundigen echter geen consensus dat de verbogen vormen van persoonlijke voornaamwoorden tevens onder de noemer van naamval vallen.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Naamval
Nederlands
Het Nederlands is een West-Germaanse taal, de meest gebruikte taal in Nederland en België, de officiële taal van Suriname en een van de drie officiële talen van België.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Nederlands
Nominatief
De nominatief (Latijn casus nominativus, afgeleid van nominare.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Nominatief
Onverbogen woord
Een onverbogen woord is in de morfologie een woord dat geen verbuiging kent, dus een woord zonder affixen, ablaut of medeklinkergradatie.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Onverbogen woord
Paradigma (taalkunde)
In de taalkunde is paradigma de benaming voor een groep verschijningsvormen van een of meer woorden die tot op zekere hoogte als alternatieven voor elkaar kunnen worden beschouwd.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Paradigma (taalkunde)
Persoonlijk voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord (Latijn: pronomen personale) is een woord dat in de plaats komt van een zelfstandig naamwoord of een eigennaam waarmee een persoon of zaak wordt aangeduid.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Persoonlijk voornaamwoord
Suffix
Een suffix, achtervoegsel of uitgang is in alle niet-isolerende talen een affix dat achter de woordstam wordt geplaatst.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Suffix
Synthetische taal
Een synthetische taal is in de morfologische taaltypologie strikt genomen elke taal waarin morfemen voorkomen, maar over het algemeen wordt de term "synthetisch" alleen gebruikt voor talen waarin de morfemen ook als porte-manteaumorfemen kunnen voorkomen, dat wil zeggen meer dan één betekenis kunnen hebben.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Synthetische taal
Taalkunde
Taalkunde, ook wel taalwetenschap of linguïstiek, is de wetenschappelijke studie van de natuurlijke talen.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Taalkunde
Vervoeging
Vervoeging of conjugatie is het veranderen van de vorm van een werkwoord om de tijd, persoon, genus, modus of aspect aan te geven.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Vervoeging
Vocatief
De vocatief (Latijn: vocativus; vocare.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Vocatief
Werkwoord
Het werkwoord (Latijn: verbum) is een woordsoort die in bijna alle talen van de wereld samen met het subject (onderwerp) en eventueel een of meer objecten (voorwerpen) de basis vormt van een zin.
Bekijken Declinatie (taalkunde) en Werkwoord
Zie ook
Morfologie (taalkunde)
- Ablaut
- Afleiding (taalkunde)
- Allomorf
- Alternantie (taalkunde)
- Augment (taalkunde)
- Bgadkfat
- Causatief
- Conversie (taalkunde)
- Declinatie (taalkunde)
- Deflexie (taalkunde)
- Dvandva
- Elatief (gradatie)
- Flexie (taalkunde)
- Fortitie
- Geslacht (taalkunde)
- Grammaticale markeerder
- Grammatische wisseling
- Inhoudswoord
- Leemte in de taal
- Lenitie
- Medeklinkermutatie
- Meertalige woordspeling
- Metanalyse
- Morfofonologie
- Morfologie (taalkunde)
- Morfologische typologie
- Naamwoord
- Nivellering (taalkunde)
- Nominale klasse
- Onverbogen woord
- Perifrase (taalkunde)
- Pluractionaliteit
- Productiviteit (taalkunde)
- Radicaal (Semitische taal)
- Ras-syndroom
- Rechterhandhoofdregel
- Reduplicatie
- Retrograde vorming
- Samenstelling (taalkunde)
- Sterk werkwoord
- Substantivering
- Suppletie (taalkunde)
- Syncretisme (taalkunde)
- Vergrootwoord
- Verkleinwoord
- Woordvorming
- Zwak werkwoord
Naamval
- Abessief
- Ablatief
- Absolutief
- Accusatief
- Adessief
- Adverbialis
- Allatief
- Apudessief
- Aversief
- Benefactief
- Causatief
- Comitatief
- Datief
- Declinatie (taalkunde)
- Delatief
- Differentiële objectmarkering
- Distributief (taalkunde)
- Elatief
- Ergatief
- Essief
- Exessief
- Genitief
- Illatief
- Inessief
- Instructief
- Instrumentalis
- Intratief
- Ithkuil
- Locatief
- Multiplicatief
- Naamval
- Nominatief
- Obliquus
- Partitief
- Pegatief
- Pertingent
- Prolatief
- Sociatief
- Status constructus
- Sublatief
- Superessief
- Temporalis
- Terminatief
- Translatief
- Vocatief
Ook bekend als Flecterend, Verbuiging.