Inhoudsopgave
6 relaties: Drift (schip), Kiel (schip), Platbodem, Scheepsbewegingen, Verlijeren, Zwaard (zeilboot).
Drift (schip)
Renau in ''Théorie de la manoeuvre des vaisseaux'' uit 1689. Drift is het verzetten of verlijeren van een schip als gevolg van de winddruk.
Bekijken Dweil (scheepvaart) en Drift (schip)
Kiel (schip)
De kiel zet de schuine kracht om in een dwarskracht en een voorwaartse kracht De kiel is een belangrijk onderdeel van het constructieve langsverband van een schip.
Bekijken Dweil (scheepvaart) en Kiel (schip)
Platbodem
Platbodem met zijzwaard Een platbodem is – strikt genomen – een schip met een platte onderkant (bodem), maar meestal worden hiermee de historische zeilvaartuigen uit de Lage Landen aangeduid die geen, of nagenoeg geen kiel bezitten.
Bekijken Dweil (scheepvaart) en Platbodem
Scheepsbewegingen
De zes scheepsbewegingen Scheepsbewegingen zijn de bewegingen van een schip als respons op externe krachten van golven en in mindere mate wind.
Bekijken Dweil (scheepvaart) en Scheepsbewegingen
Verlijeren
Verlijeren is een scheepvaartterm die betekent dat de wind een schip opzij beweegt en wel richting de lijzijde van het schip.
Bekijken Dweil (scheepvaart) en Verlijeren
Zwaard (zeilboot)
Onderdelen van een zijzwaard: A: kopstuk, B: bovenschacht, C: tongstukken, D: onderschacht, E: spanningsijzer, F: ijzeren halve maan, G: ijzeren zandloper Een zwaard is een onderdeel van een zeilboot die geen kiel gebruikt tegen drift (het zijwaarts verplaatsen van de boot).