Inhoudsopgave
3 relaties: Adrenaline, Intercellulaire ruimte, Neurotransmitters.
- Stimulerend middel
Adrenaline
Adrenaline (Latijn: ad.
Bekijken Naftylpyrovaleron en Adrenaline
Intercellulaire ruimte
parenchym met grote intercellulaire ruimten van een moerasplant Een intercellulaire ruimte (ruimte tussen de cellen) ontstaat doordat de wanden van drie of meer aan elkaar liggende plantencellen meestal ongeveer langs de middenlamel vaneen splijten.
Bekijken Naftylpyrovaleron en Intercellulaire ruimte
Neurotransmitters
synaps A - presynaptisch neuron B - postsynaptisch neuron 1 - mitochondrion 2 - blaasje vol met neurotransmitter 3 - autoreceptor 4 - synaptische spleet 5 - neurotransmitterreceptor 6 - calciumkanaal 7 - blaasje staat neurotransmitter af 8 - neurotransmitter heropnamepomp Werking van een synaps met een calciumkanaal Neurotransmitters of overdrachtsstoffen zijn signaalstoffen, die in synapsen zenuwimpulsen overdragen tussen zenuwcellen in het zenuwstelsel of die impulsen overdragen van motorische zenuwcellen op spiercellen of van zenuwreceptoren op sensorische zenuwcellen.
Bekijken Naftylpyrovaleron en Neurotransmitters
Zie ook
Stimulerend middel
- 4-methylamfetamine
- Adrafinil
- Alfa-Pyrrolidinopentiofenon
- Amantadine
- Amfetamine
- Benzylpiperazine
- Bupropion
- Cafeïne
- Carfedon
- Cathinon
- Cocaïne
- Dextro-amfetamine
- Efedrine
- Fencyclidine
- Fenylethylamine
- Lisdexamfetamine
- MDA (drug)
- MDMA
- Meta-chloorfenylpiperazine
- Methamfetamine
- Methyleendioxypyrovaleron
- Methylfenidaat
- Methylhexanamine
- Modafinil
- Naftylpyrovaleron
- Nicotine
- Pemoline
- Prolintaan
- Pseudo-efedrine
- Rubidiumchloride
- Selegiline
- Sibutramine
- Speedball
- Stimulantia
- Yohimbine
Ook bekend als Naphyrone.