Inhoudsopgave
9 relaties: Aan de wind, Berghout, Giek, Grootzeil, Kraanlijn, Paalsteek, Schoothoek, Smeerreep, Zeilen (varen).
Aan de wind
Aan de windse koers met zeil over bakboord Aan de windse koers met zeil over stuurboord Aan de wind is een term uit de zeilvaart, waarmee een koers wordt aangeduid waarbij de wind voorlijker dan dwars inkomt.
Bekijken Reven en Aan de wind
Berghout
Berghout is de benaming uit de scheepvaart die gebruikt wordt voor de beschermings- of stootrand rondom het schip.
Bekijken Reven en Berghout
Giek
De giek, oorspronkelijk gijk genoemd, is het rondhout aan de achterkant van de mast van een zeilschip, waaraan de onderkant (onderlijk) van het grootzeil is vastgemaakt.
Bekijken Reven en Giek
Grootzeil
sloepgetuigd jacht Het grootzeil is een zeil dat gevoerd wordt op een zeilschip.
Bekijken Reven en Grootzeil
Kraanlijn
Op een schip is een kraanlijn, ook wel dirk genoemd, een lijn die vanaf de mastvoet, via een blok in de masttop, is bevestigd aan het uiteinde van een lastarm, laadboom, laadgiek of de giek van een zeilschip.
Bekijken Reven en Kraanlijn
Paalsteek
De paalsteek is een knoop die gebruikt wordt om een niet schuivende lus in een touw te maken.
Bekijken Reven en Paalsteek
Schoothoek
In de zeilvaart is de schoothoek de hoek van het zeil waar de schoot aan het zeil vastzit.
Bekijken Reven en Schoothoek
Smeerreep
Smeerreep is een term uit de zeilvaart die betrekking heeft op langsgetuigde schepen.
Bekijken Reven en Smeerreep
Zeilen (varen)
Rostock Zeilen is een techniek van beweging over het water door windkracht op een zeilschip of surfplank, met een zeilwagen over land of met een ijszeiler over het ijs.
Bekijken Reven en Zeilen (varen)
Ook bekend als Rif (zeilvaart).