Overeenkomsten tussen Levermossen en Mossen
Levermossen en Mossen hebben 34 dingen gemeen (in Unionpedia): Antheridium, Archegonium, Blad, Diploïdie, Diplohaplont, Embryophyta, Epifyt, Gametangium, Gametofyt, Generatie (biologie), Groeivorm, Haploïdie, Hauwmossen, Heterosporie, Huidmondje, Huikje (mossen), Isosporie, Kapselsteel, Levermossen, Nerf (blad), Parafyse, Parenchym (plantkunde), Plesiomorfie, Rizoïde, Sporangium, Spore, Sporofyt, Stam (biologie), Stengel, Stoloon, ..., Vaatbundel, Vaatplanten, Voorkiem, Zweepstaartje. Uitbreiden index (4 meer) »
Antheridium
Een antheridium (meervoud: antheridia) is een haploïde structuur of orgaan, dat mannelijke gameten, antherozoïden of zaadcellen, produceert.
Antheridium en Levermossen · Antheridium en Mossen ·
Archegonium
Een archegonium (meervoud: archegonia) is een haploïde structuur of orgaan met een steriele buitenwand, dat vrouwelijke gameten produceert.
Archegonium en Levermossen · Archegonium en Mossen ·
Blad
Diversiteit in bladmorfologie bij zaadplanten (spermatofyten) Een blad is een dun, bovengronds orgaan dat gewoonlijk aan de stengels of takken van zaadplanten en varens groeit.
Blad en Levermossen · Blad en Mossen ·
Diploïdie
Diploïdie is de dubbelvoudigheid van ieder chromosoom in de celkern.
Diploïdie en Levermossen · Diploïdie en Mossen ·
Diplohaplont
Eenhuizige, heterospore diplohaplont met digenetische cyclus Een diplohaplont (ook wel haplodiplont) is een organisme met een afwisseling van een haploïde en een diploïde generatie; dus met een diplohaplofasische of heterofasische levenscyclusen een sporische (ook wel intermediaire) meiose.
Diplohaplont en Levermossen · Diplohaplont en Mossen ·
Embryophyta
Embryophyta is een botanische naam voor een groep planten waarbij de individuele planten uitgroeien vanuit een embryo.
Embryophyta en Levermossen · Embryophyta en Mossen ·
Epifyt
Boom met epifyten Bloeiende Tillandsia fuchsii Epifyten zijn organismen die op levende planten groeien zonder hieraan voedingsstoffen te onttrekken (in tegenstelling tot parasieten).
Epifyt en Levermossen · Epifyt en Mossen ·
Gametangium
archegonia met ertussen staand p.
Gametangium en Levermossen · Gametangium en Mossen ·
Gametofyt
Een gametofyt is, binnen de levenscyclus van planten en algen met geslachtelijke voortplanting, de generatie ('het stadium') die de nieuwe gameten vormt.
Gametofyt en Levermossen · Gametofyt en Mossen ·
Generatie (biologie)
Een generatie is in de biologie een stadium in de levenscyclus van een eukaryoot organisme, dat begint met een voortplantingscel (een spore of een zygote), en dat - na een periode van duidelijke vegetatieve activiteit: groei en ontwikkeling - eindigt met de vorming van andere reproductieve cellen (sporen of gameten).
Generatie (biologie) en Levermossen · Generatie (biologie) en Mossen ·
Groeivorm
Planten kunnen in groeivormen worden ingedeeld op grond van hun habitus: hun algemene uiterlijke morfologische kenmerken.
Groeivorm en Levermossen · Groeivorm en Mossen ·
Haploïdie
Haploïde organismen hebben, in tegenstelling tot diploïde organismen, slechts één exemplaar van ieder chromosoom.
Haploïdie en Levermossen · Haploïdie en Mossen ·
Hauwmossen
Hauwmossen (Anthocerotophyta) zijn kleine thalleuze planten, die gerekend worden tot de Embryophyta.
Hauwmossen en Levermossen · Hauwmossen en Mossen ·
Heterosporie
Heterosporie of anisosporie is het verschijnsel dat de sporen in twee grootte-klassen voorkomen.
Heterosporie en Levermossen · Heterosporie en Mossen ·
Huidmondje
Een huidmondje of stoma (meervoud stomata, στόμα, van het Grieks: mond, opening) is een structuur op het oppervlak van landplanten.
Huidmondje en Levermossen · Huidmondje en Mossen ·
Huikje (mossen)
Sporendoosjes met calyptra van de mossoort ''Physcomitrium pyriforme'' haarmos (''Polytrichum''). Bij mossen is het huikje of calyptra de vliezige of harige, muts- of kapvormige structuur die zich op een sporenkapsel bevindt.
Huikje (mossen) en Levermossen · Huikje (mossen) en Mossen ·
Isosporie
Isosporie of homosporie is het verschijnsel bij veel embryophyta dat de sporen maar in één grootte voorkomen, dit in tegenstelling tot heterosporie, waarbij de sporen maar in twee grootte voorkomen, klein mannelijke en grotere vrouwelijke sporen.
Isosporie en Levermossen · Isosporie en Mossen ·
Kapselsteel
Het thalleuze levermos ''Pellia epiphylla'', sporenkapsels met vrijwel kleurloze kapselsteel. De kapselsteel (of seta) is bij levermossen en bij mossen het deel van de sporofyt dat het kapsel draagt.
Kapselsteel en Levermossen · Kapselsteel en Mossen ·
Levermossen
De levermossen (Marchantiophyta, ook wel Hepatophyta of Hepaticophyta) zijn een vrij soortenrijke stam van planten. Het aantal soorten wordt geschat op ongeveer 9000 tot 10000. Levermossen zijn meestal klein, meestal van 2-20 mm breed met individuele planten minder dan 10 cm lang. Toch kunnen bepaalde soorten grote stukjes grond, rotsen, bomen of andere redelijk stevige ondergrond bedekken. Ze zijn wereldwijd verspreid in bijna elke beschikbaar habitat, meestal op vochtige plaatsen hoewel er woestijnsoorten en arctische soorten zijn. Veel soorten komen voor in de tropen. Zij komen vooral voor in een vochtig klimaat, en vele zijn epifyten in tropische regenwouden. Ze komen echter ook in zeer koude gebieden voor als Noord-Siberië. Sommige soorten kunnen hinderlijk zijn in de schaduwrijke kassen of een onkruid zijn in tuinen. Net als de mossen en hauwmossen hebben de levermossen een levenscyclus met een heteromorfe generatiewisseling en een dominante gametofyt. De cellen van de mosplant zijn haploïde (ze bevatten slechts een enkele set genetische informatie). Het woord levermos is gebaseerd op de signatuurleer, waarin wordt verondersteld dat een overeenkomst tussen de vorm van een plant en een menselijk orgaan een aanwijzing is dat de plant bruikbaar is voor het beter laten functioneren van het orgaan. Aangezien sommige thalleuze mossen enigszins doen denken aan de lobben van de lever, heeft de hele groep de naam levermossen gekregen.
Levermossen en Levermossen · Levermossen en Mossen ·
Nerf (blad)
Sluitcellen; (8).
Levermossen en Nerf (blad) · Mossen en Nerf (blad) ·
Parafyse
Parafysen zijn rechtopstaande steriele filamentachtige ondersteunende structuren die voorkomen in de voortplantingsorganen van schimmels, varens, mossen en sommige thallofyten.
Levermossen en Parafyse · Mossen en Parafyse ·
Parenchym (plantkunde)
Opslagparenchym met zetmeelkorrels van aardappel moerasplant of waterplant Opslagparenchym van speenkruid Parenchym (Grieks: παρέγχυμα parenchuma.
Levermossen en Parenchym (plantkunde) · Mossen en Parenchym (plantkunde) ·
Plesiomorfie
Een plesiomorfie is in de fylogenie een bepaalde eigenschap die niet nieuw is voor een bepaalde soort of een bepaald taxon.
Levermossen en Plesiomorfie · Mossen en Plesiomorfie ·
Rizoïde
Rizoïde met broedcellen van ''Cephaloziella divaricata'' k.
Levermossen en Rizoïde · Mossen en Rizoïde ·
Sporangium
Rijp sporangium van een ''Mucor'' schimmelsoort Het sporendoosje of sporangium (meervoud: sporangia) bestaat uit een enkele cel of uit een veelcellige structuur, waarin sporen worden gevormd.
Levermossen en Sporangium · Mossen en Sporangium ·
Spore
Een sporenwolk uit de parelstuifzwam (''Lycoperdon perlatum'') Een spore (Oudgriekse σπορά, sporā, zaad), zelden ook spoor, is een klein, gewoonlijk eencellig reproductief lichaam dat meestal bestand is tegen uitdroging en hitte, en dat tot een nieuw organisme kan uitgroeien.
Levermossen en Spore · Mossen en Spore ·
Sporofyt
Een sporofyt is een generatie in de levenscyclus van een eukaryoot organisme dat sporen vormt.
Levermossen en Sporofyt · Mossen en Sporofyt ·
Stam (biologie)
In de biologie is een stam (formeel aangeduid met de Latijnse term phylum, in Nederlandse spelling ook wel fylum), een taxonomische rang in een taxonomische hiërarchie, of een taxon in die rang.
Levermossen en Stam (biologie) · Mossen en Stam (biologie) ·
Stengel
twee stengelklieren op knoop bij vlier lenticellen op vlier Een stengel is het deel van een plant dat de bladeren en knoppen draagt, stevigheid verleent en voor transport van water, mineralen en assimilaten zorgt.
Levermossen en Stengel · Mossen en Stengel ·
Stoloon
Cypergrassen, zoals deze soort uit Nieuw-Zeeland, vermenigvuldigen zich door uitlopers te vormen in het zand. Zilverschoon (''Argentina anserina'') vormt rode stolonen. Een stoloon (ook wel uitloper genoemd) is een horizontale, vaak bovengrondse verbinding tussen organismen.
Levermossen en Stoloon · Mossen en Stoloon ·
Vaatbundel
Vaatbundel (dwarse doorsnede) bij een stengel van maïs (eenzaadlobbig) Een vaatbundel komt voor bij vaatplanten en bestaat voornamelijk uit transportweefsel: xyleem en floëem.
Levermossen en Vaatbundel · Mossen en Vaatbundel ·
Vaatplanten
De vaatplanten (wetenschappelijke naam Tracheophyta, soms Tracheobionta) zijn landplanten (''Embryophyta'') met vaatbundels, een transportsysteem voor water.
Levermossen en Vaatplanten · Mossen en Vaatplanten ·
Voorkiem
''Levenscyclus van de varen'' De voorkiem, prothallium (van het Grieks: θαλλός, thallos.
Levermossen en Voorkiem · Mossen en Voorkiem ·
Zweepstaartje
Een zweepstaartje, zweephaar, flagel of flagellum is een organel dat dient voor de voortbeweging van een eencellig organisme of een voortplantingscel (bijvoorbeeld zaadcel).
De bovenstaande lijst antwoord op de volgende vragen
- In wat lijkt op Levermossen en Mossen
- Wat het gemeen heeft Levermossen en Mossen
- Overeenkomsten tussen Levermossen en Mossen
Vergelijking tussen Levermossen en Mossen
Levermossen heeft 54 relaties, terwijl de Mossen heeft 164. Zoals ze gemeen hebben 34, de Jaccard-index is 15.60% = 34 / (54 + 164).
Referenties
Dit artikel toont de relatie tussen Levermossen en Mossen. Om toegang te krijgen tot elk artikel waarvan de informatie werd gehaald, kunt u terecht op: