22 relaties: Allofoon, Allomorf, Alternantie (taalkunde), Assimilatie (taalkunde), Dentaal, Dieptestructuur (taalkunde), Eindklankverscherping, Foneem, Fonologie, Gemarkeerdheid, Mentaal lexicon, Morfeem, Morfofonologie, Nederlands, Optimaliteitstheorie, Stam (taalkunde), Stemhebbend, Stemloos, Suffix, Universele grammatica, Verleden tijd, Woord.
Allofoon
Een allofoon is in de spraak een uitspraakvariant van één bepaalde, minimale (distinctieve) klank, die niet tot betekenisverandering leidt.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Allofoon · Bekijk meer »
Allomorf
Een allomorf is in de morfologie (taalkunde) een vormvariant van een morfeem.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Allomorf · Bekijk meer »
Alternantie (taalkunde)
Met alternantie (de nevenvorm is alternatie) wordt in de theoretische taalkunde het verschijnsel dat een foneem en/of morfeem op verschillende manieren fonetisch gerealiseerd kan worden bedoeld.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Alternantie (taalkunde) · Bekijk meer »
Assimilatie (taalkunde)
Assimilatie is een fonologisch proces waarbij een klanksegment (in de regel een medeklinker) gedeeltelijk of volledig verbonden wordt met een naburige klank.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Assimilatie (taalkunde) · Bekijk meer »
Dentaal
Dentaal Dentaal (Lat.: dens, dentes; tand, tanden), dentale medeklinker of tandklank is in de fonetiek de naam voor een klank, gevormd door de tong met de bovenste tanden (Lat. dens -dentis) contact te laten houden.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Dentaal · Bekijk meer »
Dieptestructuur (taalkunde)
In de taalkunde en in het bijzonder de syntaxis wordt met de dieptestructuur of D-structuur van een taaluiting een theoretische constructie bedoeld waarvan het hoofddoel het aan elkaar koppelen van een aantal verwante taalinherente structuren is.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Dieptestructuur (taalkunde) · Bekijk meer »
Eindklankverscherping
Auslautverhärtung (Duits), final devoicing (Engels), finale verscherping ofwel eindklankverscherping is in de fonologie het verschijnsel dat stemhebbende medeklinkers aan het einde van een woord stemloos worden.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Eindklankverscherping · Bekijk meer »
Foneem
Een foneem (van Oudgrieks φωνή, phōnḗ, geluid, toon, stem, taal) is een verzameling klanken die alle dezelfde betekenisonderscheidende functie hebben.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Foneem · Bekijk meer »
Fonologie
Fonologie of klankleer is de tak van de taalwetenschap die de kleinste, betekenisonderscheidende klanken bestuderen.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Fonologie · Bekijk meer »
Gemarkeerdheid
Gemarkeerdheid is in de taalkunde een term waarmee de mogelijke "verschijningsvormen" van woorden met elkaar worden vergeleken om er één als optimaal uit te kiezen.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Gemarkeerdheid · Bekijk meer »
Mentaal lexicon
Mentaal lexicon is een term die wordt gebruikt in de taalkunde.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Mentaal lexicon · Bekijk meer »
Morfeem
In de taalkunde is een morfeem of betekeniseenheid een woord of een deel van een woord met een eigen betekenis, dat niet in kleinere woorddelen met eigen betekenissen kan worden opgesplitst.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Morfeem · Bekijk meer »
Morfofonologie
Morfofonologie (haplologisch: morfonologie) is het deelgebied van de theoretische taalkunde dat zowel tot de morfologie als de fonologie behoort.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Morfofonologie · Bekijk meer »
Nederlands
Het Nederlands is een West-Germaanse taal, de meest gebruikte taal in Nederland en België, de officiële taal van Suriname en een van de drie officiële talen van België.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Nederlands · Bekijk meer »
Optimaliteitstheorie
Optimaliteitstheorie (OT) is een in de vroege jaren negentig door de Amerikaanse taalkundigen Paul Smolensky, Alan Prince en John McCarthy ontwikkeld model van taalkundige structuur.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Optimaliteitstheorie · Bekijk meer »
Stam (taalkunde)
In de taalkunde is een stam een woordvorm die de basis is voor alle door middel van flexie, samenstelling en afleiding daaruit gevormde woorden.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Stam (taalkunde) · Bekijk meer »
Stemhebbend
Stemhebbendheid is een eigenschap van een bepaalde klasse van medeklinkers.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Stemhebbend · Bekijk meer »
Stemloos
Stemloosheid is een beschrijvende eigenschap van medeklinkers die worden geproduceerd zonder de lucht uit de longen met de stembanden in trilling te brengen.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Stemloos · Bekijk meer »
Suffix
Een suffix, achtervoegsel of uitgang is in alle niet-isolerende talen een affix dat achter de woordstam wordt geplaatst.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Suffix · Bekijk meer »
Universele grammatica
In de theoretische taalkunde is de universele grammatica (UG) een verondersteld aangeboren taalvermogen, dat alle mensen (maar waarschijnlijk geen enkele andere diersoort) bezitten.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Universele grammatica · Bekijk meer »
Verleden tijd
De verleden tijd is een tempus met behulp waarvan wordt uitgedrukt dat een handeling of toestand behoort tot een tijdstip dat voorafgaat aan het moment van spreken (bij talen met een absolute tijd) of tot een tijdstip dat aan dat van spreken kan voorafgaan, ermee kan samenvallen of er op kan volgen (bij talen met een relatieve tijd).
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Verleden tijd · Bekijk meer »
Woord
Een woord is het kleinste zelfstandig gebruikte taalelement, dat in de spreektaal is opgebouwd uit klanken en in de geschreven taal uit letters.
Nieuw!!: Oppervlaktevorm en onderliggende vorm en Woord · Bekijk meer »
Richt hier:
Onderliggende vorm, Oppervlaktevorm.