Inhoudsopgave
23 relaties: Auxine, Bedektzadigen, Celademhaling, Cellulose, Celmembraan, Geotropie, Gewas, Glucose, Kiemplant, Leukoplast, Monomeer, Osmose, Polymeer, Statocyt, Statoliet, Stengel, Tropie, Vezel, Voortplanting (biologie), Wortel (plant), Wortelstok, Zaad (plant), Zetmeel.
- Organel
Auxine
Indool-3-azijnzuur, het belangrijkste auxine Auxines zijn een groep plantenhormonen met vergelijkbare structuur en effecten, die in planten een groot aantal belangrijke functies vervullen.
Bekijken Amyloplast en Auxine
Bedektzadigen
De bedektzadigen (wetenschappelijke naam: Angiospermae) zijn binnen de landplanten (''Embryophyta'') naar soortenrijkdom en aandeel in de biomassa op Aarde de belangrijkste groep.
Bekijken Amyloplast en Bedektzadigen
Celademhaling
Celademhaling of aerobe dissimilatie, is het energieleverende proces binnen de stofwisseling van zuurstofminnende organismen.
Bekijken Amyloplast en Celademhaling
Cellulose
Cellulose is een hoofdbestanddeel van de celwanden van planten.
Bekijken Amyloplast en Cellulose
Celmembraan
Schematische voorstelling van een celmembraan zoals ze in eukaryoten voorkomt. In het membraan zijn veel verschillende eiwitten en gespecialiseerde lipiden ingebed die nodig zijn voor functionaliteit en integriteit van de lipide dubbellaag. Het celmembraan, plasmamembraan, plasmalemma of membrana cellularisFriedbichler, M., Friedbichler, I.
Bekijken Amyloplast en Celmembraan
Geotropie
Opgerichte maisstengel na legering als voorbeeld van negatieve geotropie Amyloplasten bij aardappel Geotropie of gravitropie is het verschijnsel dat de groei van planten en paddenstoelen beïnvloed wordt door de zwaartekracht.
Bekijken Amyloplast en Geotropie
Gewas
Een gewas is een plantensoort, die geteeld wordt voor de productie van planten in de tuinbouw, akkerbouw of sierteelt.
Bekijken Amyloplast en Gewas
Glucose
Glucose (Oudgrieks: τὸ γλεῦκος gleukos, zoete wijn) is een biologische organische verbinding (een biomolecuul), met brutoformule C6H12O6.
Bekijken Amyloplast en Glucose
Kiemplant
Een kiemplant is een jonge plant (sporofyt), die zich ontwikkelt uit het embryo in het zaad.
Bekijken Amyloplast en Kiemplant
Leukoplast
Plastiden Een leukoplast (van het Oudgrieks: λευκός, leukós, "wit" en πλαστός, plastós, "gevormd") is een type plastide in de plantencel dat gespecialiseerd is in de opslag van glucose (in de vorm van zetmeel) (amyloplast), van olie (elaioplast), of van proteïne (proteïnoplast), en speelt een rol in de moleculaire biologie.
Bekijken Amyloplast en Leukoplast
Monomeer
Een monomeer (Oudgrieks: μονομερής monomerḗs: uit één stuk,Muller, F. (1932). Grieksch woordenboek. (3de druk). Groningen/Den Haag/Batavia: J.B. Wolters’ Uitgevers-Maatschappij N.V. Liddell, H.G. & Scott, R. (1940). A Greek-English Lexicon.
Bekijken Amyloplast en Monomeer
Osmose
Osmose Osmose is een proces op basis van diffusie waarbij een vloeistof, waarin stoffen zijn opgelost, door een zogenaamd halfdoorlatend membraan (een semipermeabele, halfdoorlatende wand) stroomt, dat wel de vloeistof doorlaat maar niet de opgeloste stoffen.
Bekijken Amyloplast en Osmose
Polymeer
Buizen van polyvinylchloride (pvc), een synthetisch polymeer. Molecuulmodel van een lineair polymeer, in dit geval polypropyleen. Een polymeer (Grieks: poly, 'veel' en meros, 'deel') is een organisch molecuul dat bestaat uit een opeenvolging van identieke - of soortgelijke - delen of monomeren, die chemisch aan elkaar zijn gekoppeld.
Bekijken Amyloplast en Polymeer
Statocyt
Statocyten zijn gespecialiseerde plantencellen die gevoelig zijn voor zwaartekracht.
Bekijken Amyloplast en Statocyt
Statoliet
Een statoliet bij planten, is een gespecialiseerde vorm van een amyloplast.
Bekijken Amyloplast en Statoliet
Stengel
twee stengelklieren op knoop bij vlier lenticellen op vlier Een stengel is het deel van een plant dat de bladeren en knoppen draagt, stevigheid verleent en voor transport van water, mineralen en assimilaten zorgt.
Bekijken Amyloplast en Stengel
Tropie
Tropie is een fenomeen dat bijna uitsluitend bij planten wordt waargenomen en waarbij beweging of groei plaatsheeft als gevolg van een uitwendige prikkel.
Bekijken Amyloplast en Tropie
Vezel
Een vezel is een dun filament van een beperkte lengte (10 tot 500 mm) die ten minste drie keer zo groot is als de diameter.
Bekijken Amyloplast en Vezel
Voortplanting (biologie)
zweefvliegen Voortplanting of reproductie is het proces waarbij organismen zorgen voor nageslacht, met als gevolg het voortbestaan van de populatie en de soort.
Bekijken Amyloplast en Voortplanting (biologie)
Wortel (plant)
Wortelstelsel van een plant op hydrocultuur boom Boom waarbij de aarde tussen de wortels is weggespoeld De wortel is het ondergrondse gedeelte van de plant, waarmee deze water en opgeloste voedingsstoffen uit de bodem opneemt.
Bekijken Amyloplast en Wortel (plant)
Wortelstok
Veldbeemdgras met wortelstokken. Een wortelstok of rizoom (rhizoma) is een ondergrondse, meestal horizontaal lopende, al of niet opgezwollen stengel.
Bekijken Amyloplast en Wortelstok
Zaad (plant)
Een zaad is het belangrijkste overlevingsorgaan bij zaadplanten.
Bekijken Amyloplast en Zaad (plant)
Zetmeel
bindmiddel (maizenapapje) Slemptafel Slempgoten van een aardappelmeelfabriek Zetmeel (molecuulformule: (C6H10O5)n) is een complex koolhydraat (sacharide): een polymeer (polysacharide) van glucose dat in de natuur dient als voedselreserve voor planten.
Bekijken Amyloplast en Zetmeel
Zie ook
Organel
- Amyloplast
- Apoptosoom
- Axoneem
- Cajallichaam
- Carboxysoom
- Celkern
- Celmembraan
- Celwand
- Chloroplast
- Chromoplast
- Cisterne (biologie)
- Cytostoom
- Etioplast
- Fycobilisoom
- Gerontoplast
- Glyoxysoom
- Golgicomplex
- Hydrogenosoom
- Kinetochoor
- Leukoplast
- Lysosoom
- Magnetosoom
- Melanosoom
- Myofibril
- Nucleolus
- Nucleomorf
- Organel
- Peroxisoom
- Pilus
- Plasmodesma
- Plastide
- Proteïnoplast
- Proteasoom
- Sarcoplasmatisch reticulum
- Spliceosoom
- Thylakoïde
- Trilhaar
- Type 3 secretiesysteem
- Vesikel (cel)
- Zweepstaartje