Inhoudsopgave
22 relaties: Argument (taalkunde), Bepaling van gesteldheid, Bijvoeglijk naamwoord, Bijwoordelijke bepaling, Bijzin, Complementeerder, Constituent (taalkunde), Gezegde (taalkunde), Grammatica, Lijdend voorwerp, Meewerkend voorwerp, Onderwerp (taalkunde), Ontleding (grammatica), Satelliet (taalkunde), Semantiek, Syntaxis (taalkunde), Voorzetselvoorwerp, Werkwoord, Zelfstandig naamwoord, Zin (taalkunde), Zinsdeel, Zinskern.
- Grammatica van het Engels
Argument (taalkunde)
Een argument is in de taalkunde een zinsdeel dat onlosmakelijk is verbonden met een werkwoordsvorm, waar het een thematische relatie mee heeft.
Bekijken Complement (taalkunde) en Argument (taalkunde)
Bepaling van gesteldheid
Een bepaling van gesteldheid is een zinsdeel.
Bekijken Complement (taalkunde) en Bepaling van gesteldheid
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord of adjectief is een woordsoort in de taalkundige benoeming.
Bekijken Complement (taalkunde) en Bijvoeglijk naamwoord
Bijwoordelijke bepaling
De bijwoordelijke bepaling is in de zinsontleding een woord of woordgroep die meer informatie of een nadere omschrijving geeft over dat wat in het gezegde wordt uitgedrukt.
Bekijken Complement (taalkunde) en Bijwoordelijke bepaling
Bijzin
Een bijzin of deelzin is in de redekundige ontleding een zin die deel uitmaakt van een samengestelde zin, maar die niet de hoofdzin is.
Bekijken Complement (taalkunde) en Bijzin
Complementeerder
Een complementeerder is in de generatieve grammatica de benaming voor een lexicale categorie die in grote lijnen overeenkomt met wat in de traditionele ontleding een onderschikkend voegwoord heet.
Bekijken Complement (taalkunde) en Complementeerder
Constituent (taalkunde)
Een constituent of samenhangende woordgroep is een deel van een zin (vaak een zinsdeel of anders een deel hiervan) dat zich in syntactisch opzicht als eenheid manifesteert.
Bekijken Complement (taalkunde) en Constituent (taalkunde)
Gezegde (taalkunde)
De term gezegde verwijst in de zinsontleding naar hetgeen in een zin over het onderwerp wordt verteld.
Bekijken Complement (taalkunde) en Gezegde (taalkunde)
Grammatica
Grammaticaboekje uit 1735. De spraakkunst, spraakleer of grammatica is binnen de theoretische taalkunde de benaming voor de studie, beschrijving en verklaring voor alles dat met de systematiek van een natuurlijke taal of kunsttaal te maken heeft.
Bekijken Complement (taalkunde) en Grammatica
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp of direct object is het zinsdeel waarop de werking van het werkwoord (het werkwoordelijk gezegde) rechtstreeks betrekking heeft; in sommige gevallen is het lijdend voorwerp het onmiddellijke resultaat van de door het werkwoordelijk gezegde omschreven handeling.
Bekijken Complement (taalkunde) en Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp is in de redekundige ontleding het zinsdeel waarop de door het gezegde en het lijdend voorwerp uitgedrukte werking gericht is.
Bekijken Complement (taalkunde) en Meewerkend voorwerp
Onderwerp (taalkunde)
Het onderwerp (ook subject genoemd) is in de redekundige ontleding het zinsdeel dat in aantonende en vragende zinnen bepaalt hoe de persoonsvorm (het 'finiete werkwoord' of verbum finitum) eruitziet.
Bekijken Complement (taalkunde) en Onderwerp (taalkunde)
Ontleding (grammatica)
P.C. (Piet) Paardekooper.https://www.dbnl.org/tekst/_taa014200001_01/_taa014200001_01_0139.php ‘Ik ben de hofnar die de koning af en toe eens goed beledigt’ Interview met prof. dr. P.C. Paardekooper, Neerlands eigenzinnigste taalkundige, Onze Taal, Jan Erik Grezel. Jaargang 69, 2000, tijdschrift Onze Taal, pag.
Bekijken Complement (taalkunde) en Ontleding (grammatica)
Satelliet (taalkunde)
Het woord satelliet komt van het Latijnse satelles ('begeleider').
Bekijken Complement (taalkunde) en Satelliet (taalkunde)
Semantiek
De semantiek of betekenisleer is een wetenschap die zich bezighoudt met de betekenis van symbolen, waarbij het in het bijzonder de bouwstenen van natuurlijke talen die voor de communicatie dienen ofwel woorden en zinnen betreft.
Bekijken Complement (taalkunde) en Semantiek
Syntaxis (taalkunde)
Syntaxis (van het Oudgriekse συν- syn-, "samen", en τάξις táxis, "regeling"), ook vaak zinsleer genoemd, is een deelgebied binnen de theoretische taalkunde dat in ruime zin de studie omvat van alles wat met de opbouw en structuur van zinsdelen en zinnen te maken heeft, ofwel van de zinsbouw.
Bekijken Complement (taalkunde) en Syntaxis (taalkunde)
Voorzetselvoorwerp
Het voorzetselvoorwerp is een zinsdeel dat altijd met een vast voorzetsel begint.
Bekijken Complement (taalkunde) en Voorzetselvoorwerp
Werkwoord
Het werkwoord (Latijn: verbum) is een woordsoort die in bijna alle talen van de wereld samen met het subject (onderwerp) en eventueel een of meer objecten (voorwerpen) de basis vormt van een zin.
Bekijken Complement (taalkunde) en Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
Het zelfstandig naamwoord (Romaanse term: nomen of substantief, afkorting znw.) is de woordsoort die wordt gebruikt om in een uitspraak de personen of zaken aan te duiden waar de uitspraak betrekking op heeft, in talen waarin zulke aanduidingen een aparte lexicale categorie (woordsoort) vormen.
Bekijken Complement (taalkunde) en Zelfstandig naamwoord
Zin (taalkunde)
Een zin is een verzameling woorden die in de juiste volgorde een complete en begrijpelijke tekst opleveren.
Bekijken Complement (taalkunde) en Zin (taalkunde)
Zinsdeel
Een zinsdeel of syntagma is in de grammatica een functioneel onderdeel van een zin.
Bekijken Complement (taalkunde) en Zinsdeel
Zinskern
De zinskern is in de traditionele zinsontleding de benaming voor de grammaticale basis van de zin, die uit het onderwerp en het volledige gezegde bestaat.
Bekijken Complement (taalkunde) en Zinskern
Zie ook
Grammatica van het Engels
- Barbarisme
- Bijwoordelijke bepaling
- Bijzin
- Complement (taalkunde)
- Gij
- Hij (voornaamwoord)
- Idioom
- Ontleding (grammatica)
- Phrasal verb
- Saksische genitief
- Sterk werkwoord
- Vrije indirecte rede
- Werkwoordstijd
- Zij (voornaamwoord)
- Zwak werkwoord